vrijdag 17 april 2009

Vrij 17 april

Vandaag maak ik kennis met ‘the Art of Noise’. In Brussel speel ik hier en daar wel eens hedendaagse muziek, maar dat is bijna altijd ensemblemuziek die vooral in samenklank hedendaags is: verder dan wat vreemde ritmes gaat het zelden – zelfs kwarttonen heb ik nog nooit moeten uitvoeren. Maar nu heb ik toegezegd om samen met een andere cellist een kamermuziekwerk te spelen op het eindexamen van een compositiestudent van onze school. Het is een duetje, een canon eigenlijk. Heel simpel van partituur. Maar het is de bedoeling dat we onze instrumenten op een tafel voor ons leggen, en op allerlei vreemde plekken op het instrument strijken; op de zijkant van de stemsleutels, op het vlak van de kam, of zijwaarts over de snaren, waar je normaal je vingers zet… En strijken is misschien niet het goede woord: de ene helft van de genoteerde ‘geluiden’ zijn luchtig en haast onhoorbaar, maar voor de andere helft moeten we hard mogelijk krassen – misschien moet ik dus maar eens op zoek naar een goedkope reserveboog? Hoewel mijn cello in feite ‘slechts’ een hoopje hout en ijzer zou moeten zijn, krijg ik nu toch de indruk dat ik hem wat pijn doe…

Geen opmerkingen: