woensdag 20 mei 2009

Woe 20 mei

Dit is zo’n typische dag die zelfs voor hij begonnen is al dreigt mis te lopen: acht uur repetities, met twee keer maximaal een half uur pauze tussendoor… Maar het valt allemaal nog goed mee! De eerste repetitie is kamermuziek, een stuk voor het compositie-examen van Ansgar, die in het laatste jaar zit. Ik word er geweldig ongemakkelijk door, omdat er heel veel praktische dingen nog niet in orde zijn, en ook omdat ik, ondanks wat oefenwerk, echt geen beterschap hoor. Maar de andere cellist komt niet opdagen, en daardoor heeft Ansgar alle tijd van de wereld om zich alleen met mijn partij en mijn bezorgdheid bezig te houden – volgens hem is het heel normaal met een stuk als dit, dat het veel erger lijkt dan het eigenlijk is, hijzelf is alleszins heel opgetogen.
Daarna is het tijd voor partiële repetitie van Mahler, met alleen de celli. Ook hiervoor ben ik wat nerveus, omdat er nog zoveel passages zijn die ik niet foutloos kan spelen. Maar ik heb me alweer zorgen gemaakt voor niets: de nuttigste passages om partieel te repeteren, gaan natuurlijk over soorten van accenten en vibrato, op momenten dat de cellopartij duidelijk hoorbaar is. En die moeilijkste trekken horen daar dus helemaal niet bij! Het is heel gezellig om de andere cellisten zo eens wat beter te leren kennen. Er is Nils, de aanvoerder, die heel grappig praat en zingt, en Lyssa, die naast hem zit, een zwarte vrouw die afkomstig is van Montréal, beide in de veertig. Het moet gezegd dat Lyssa’s aanwezigheid me bijzonder opvalt, heel eenvoudig omdat je in de wereld van de klassieke muziek nu eenmaal niet zoveel Afrikanen tegenkomt – ik heb er zelfs nog nooit eerder een gezien (!). De andere celli zijn allemaal jonger; Johan, die bij ons op school ook lesgeeft, heeft rond kerstmis een eerste kindje gekregen, en Mathias, die naast mij zit, is pas vorig jaar afgestudeerd. John en Christian zitten daar wat tussenin, en de anderen zijn medestudentjes: Lisa en Johanna zitten allebei in de klas van Mats en ken ik van de groepslessen wel een beetje – hoewel we achteraf gezien nooit echt veel contact hebben gehad, maar goed.
De sfeer op de partiële geeft een goed gevoel om daarna aan de tutti repetitie te beginnen, we hebben iets te vertellen (die bassen-solo in het vierde deel!). En Mathias fluistert me op het einde van de dag in dat ik het goed doe – dat is fijn om te horen, want hij hoeft helemaal niets van die aard te zeggen!

Geen opmerkingen: